Subsidie
(Update augustus 2018)
Het kabinet neemt maatregelen om stapeling van zorgkosten tegen te gaan.
Onder voorbehoud: er komt een vast bedrag voor de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) van € 17,50
Daarnaast telt bij de Wet Langdurige Zorg (WLZ) eigen vermogen minder zwaar mee.
Vast bedrag WMO
Onder voorbehoud (dit besluit is nog niet formeel): ondersteuning vanuit de WMO kost vanaf 1 januari 2019 € 17,50 per vier weken voor iedereen.
Bij de berekening van de eigen bijdrage wordt niet meer gekeken naar de hoogte van het inkomen, het eigen vermogen en het gebruik.
U betaalt nooit meer dan € 17,50. Gemeenten kunnen wel lagere eigen bijdragen vaststellen. Bijvoorbeeld voor huishoudens met een minimuminkomen.
Eigen vermogen en WLZ
Bij de eigen bijdrage voor de WLZ telt vermogen minder zwaar mee. De vermogensbijtelling verandert van 8% naar 4%. Heeft u vermogen zoals spaargeld?
Dan betaalt u dus mogelijk minder eigen bijdrage.
Meer lezen (Rijksoverheid.nl)
Maatregelen om stapeling van de zorgkosten tegen te gaan
Bron: CAK
Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning)
De website van de Rijksoverheid zegt hier het volgende over:
De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) regelt dat mensen met een beperking ondersteuning kunnen krijgen.
Het kan gaan om ouderen, gehandicapten of mensen met psychische problemen.
Zij krijgen bijvoorbeeld huishoudelijke hulp of een rolstoel.
Gemeenten voeren de Wmo uit. Zij bepalen zelf op welke manier ze dat doen.
Wonen, vervoer en mobiliteit
Heeft u een hulpmiddel nodig om thuis zelfstandig te kunnen blijven wonen?
Of om u in huis en daarbuiten goed te kunnen verplaatsen?
Deze hulpmiddelen krijgt u van de gemeente (vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).
Voorbeelden van hulpmiddelen die u blijvend nodig kunt hebben zijn een rolstoel, traplift of een huislift.
Echter: niet alle hulpmiddelen om zelfstandig thuis te blijven wonen worden vergoed via de gemeente.
De gemeente is vooral verantwoordelijk voor hulpmiddelen of voorzieningen die zelfstandig wonen, vervoer (aangepast of collectief vervoer) en mobiliteit (rolstoel, scootmobiel) mogelijk maken.
Voor meer informatie kunt u terecht bij het Wmo-loket van uw gemeente.
Doelgroep van de Wmo
Doelgroep van de Wmo zijn inwoners met beperkingen; d.w.z. die ten gevolge van ziekte of gebrek, inclusief chronische, psychische en psychosociale problemen, aantoonbare beperkingen ondervinden bij het uitvoeren van activiteiten bij deelname aan het maatschappelijke verkeer.
Te weten op het gebied van het voeren van het huishouden, bij het normale gebruik van de woning, bij het verplaatsen in en om de woning.
Voorts bij het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel en bij het ontmoeten van medemensen en het op basis daarvan aangaan van sociale verbanden.
Gemeente bekijkt welke ondersteuning iemand nodig heeft.
De gemeente is wettelijk verplicht om te onderzoeken wat de situatie is van mensen die zich melden met een ondersteuningsvraag.
Dat onderzoek vindt plaats samen met de cliënt en zijn omgeving.
In dit onderzoek kijkt de gemeente wat iemand zelf nog kan en hoe de omgeving kan ondersteunen.
In deze context vindt ook de verstrekking van hulpmiddelen plaats.
Gemeenten voeren de Wmo uit en iedere gemeente legt andere accenten.
Er is vaak sprake van een eigen bijdrage bij het toekennen van voorzieningen.
Bij woningaanpassingen wordt dit eigen kostenaandeel genoemd.
Iedere gemeente geeft zijn eigen invulling hieraan.
Voor bewoners van Wet Langdurige Zorg (Wlz)-gefinancierde instellingen geldt dat vervoersvoorzieningen voor deelname aan het sociale verkeer ook onder de Wmo-vallen.
Ook kan bij Wlz-verpleging één woning bezoekbaar gemaakt worden met een beroep op de Wmo.